Nog wel worden door de zogenoemde "Bosch-scouts" in de Bosch-steden jonge talentvolle kunstenaars geselecteerd. Maar dit jaar er is voor een veel musealere benadering gekozen in de presentatie van deze kunstenaars. Aansluitend is er een samenwerking met de galeries in de omgeving tot stand gebracht waar kunstenaars uit eerdere edities en soort van vervolg tentoonstelling krijgen tijdens BYTS.
dinsdag 15 oktober 2013
BYTS Bosch Yong Talent Show Editie 2013 (nog tot 27 Oktober)
Nog wel worden door de zogenoemde "Bosch-scouts" in de Bosch-steden jonge talentvolle kunstenaars geselecteerd. Maar dit jaar er is voor een veel musealere benadering gekozen in de presentatie van deze kunstenaars. Aansluitend is er een samenwerking met de galeries in de omgeving tot stand gebracht waar kunstenaars uit eerdere edities en soort van vervolg tentoonstelling krijgen tijdens BYTS.
dinsdag 2 februari 2010
Talking To Strangers, Sophie Calle: De Pont, Tilburg
Ik was erg enthousiast over haar vroegere werk en toen ik ontdekte hoe zij was mee geëvolueerd met de mogelijkheden van de nieuwe media en instaat bleek, een intrigerende beeldschermcollage te maken over de beëindiging door haar vriend -per e-mail- van hun liefdesrealtie, kon ik mijn enthousiasme maar moeilijk onderdrukken. Een verhaal van verloren liefde, een ultieme wraakoefening, verwerking van verlies?
In het werk van Sophie Calle is het persoonlijke, het persoonlijk leven als uitganspunt geworden tot het scheppen van kunst. Eigenlijk is dat niet eens zo uitzonderlijk, er zijn veel meer kunstenaars die "het persoonlijke" als vertrekpunt nemen. Maar de manier van Sophie Calle en de uitwerking die zij met het werkwijze kiest en tot in een soort uiterste doorvoert maakt haar werk onderscheiden en bijzonder. In haar werk zit een 'activitische ondertoon' die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zo sterk opgang deed. Een commentaar op maatschappelijke platitudes en gegroieden verhoudingen, in acties beeldend gedocumenteerd.
Het centrale werk wordt gevormd door "Take Care of Yourself", opnieuw gepresenteerd en de beeldende uitwerking van de 107 reacties van door Calle benaderde vrouwen op de bewuste e-mail van X. Reacties die in verschillende gedaante en gradaties zijn uitgewerkt als een multimediale collage, protretten. Veelal een video of een foto, met de uitvergroting van de uitgewerkte reactie op de e-mail van relatiebreker X.
X doet er niet toe. Het is met recht een fascinerend kunstwerk waarin veel te ontdekken valt. Ook na de bijna drie jaar nadat het voor het eerst te zien was in het Franse paviljoen op de Biënnale van Venetië in 2007. Hoewel er allerlei sociologische en psychologische aspecten in het werk van Sophie Calle te ontdekken zijn, is het vooral de beeldende verwerking van de grote diversiteit aan reacties van al deze vrouwen, die het werk bekijken de moeite waard maakt en je verrassen.
Mogelijk dat Vrouwenbladen uitgever Audax hier een kans heeft laten schieten om niet als sponsor op te treden van deze tentoonstelling. Het was natuurlijk niet aan de orde, maar een beetje Mijn Geheim in het wel, dan getransformeerd naar een geheel ander plan... We nemen tot slot een printje van de 'vaarwel e-mail' en vragen het aan een Kaketoe... Het is duidelijk: Het printje wordt fijnzinnig verfrommeld en verscheurd om te eindigen met een herkenbaar "Prenez soin de Vous", Zoeg goed voor jezelf. Dat heeft Sophie zo te zien op haar eigenzinnige wijze wel gedaan, door vna dit uitgangspunt de e-mail van X, de aanzet te vinden tot een prachtig kunstwerk met vele gezichten.
De tentoonstelling van Sophie Calle in het De Pont Museum is nog te zien tot 16 mei 2010.
donderdag 3 december 2009
Zomeropstelling 1983, Play Van Abbe deel 1
Wat verder opvalt, is natuurlijk de rust. Rust omdat er geen video- of installatiekunst is opgesteld in de zalen van de oud-bouw, die zo met hun eigen rumoer hun aanwezigheid bekrachtigen. Als je dat dan op je in laat werken, merk je op eens hoeveel er veranderd is in de opstellingpraktijk van hedendaagse kunst in vergelijking met 1983. De rust en balans van een dergelijke gewogen opstelling met verrassende combinatie, was toen zoals Rudi Fuchs het zelf verwoordt, vernieuwend en mensen vonden het zelfs te leeg en moesten hier nog aan wennen. Iedereen die vaker in een museum komt, begrijpt direct wat we in de jaren negentig aan rust zijn kwijt geraakt. Tegenwoordig is geen tentoonstelling meer compleet zonder multimediale toevoegingen zoals met video, soundmachines of ander installaties, die vanuit zichzelf met geluid, beweging, media, nadrukkelijk hun aanwezigheid onderstrepen.
Hoe presenteert zich de hedendaagse kunst in het De Pontmuseum in Tilburg, in het Jan Cunen in Oss, of het Noord Brabantsmuseum is 's Hertogenbosch, of in Van Bommel en Van Dam in Venlo, om zo maar enkele te noemen binnen een straal van nog geen 100 kilometer? Dit zijn dan allemaal kunstmusea maar mogelijk gaat uw belangstelling nog verder en bezoekt u ook die andere presentatie plekken, die elk op hun manier ook een eigen handschrift tot uitdrukking brengen en zo de presentatie coderen.
Kijk daarom is het dus zo leuk om naar verschillen en overeenkomsten te zoeken en ze natuurlijk te ontdekken of moet ik beter zeggen te ervaren. Ook in de presentatie van hedendaagse kunst.
maandag 22 juni 2009
Galerie Willy Schoots, Eindhoven: Sander van Deurzen
Ondanks deze soms wat macabere trekjes in het werk van Sander van Deurzen, komt je er niet onderuit de doeken te ondergaan als een feest voor het oog. De opbouw van de beelden wordt beheerst door een ontegenzeggelijke helderheid. Beelden waarmee je als toeschouwer door hem wordt verleid. Voor je het weet, stap je gewillig in de door hem opgestelde val, van de door hem gecreëerde fantasiewereld. Die vreemde wereld is direct ook de bijzondere kracht die zijn werk uitstraalt. Beelden die hij met zichtbaar plezier, in een breed scala en rijk gevarieerd voor ons schildert. Een werkwijze die beelden creëert die een lust voor het oog zijn en waarin in tweede instantie, allerlei vreemde details te ontdekken zijn.
zondag 12 april 2009
20.000 bommen en granaten, fake foto in Volkskrant?
Op zaterdag 11 april 2009, is het weer een keer bingo. Op de eerste pagina van het Kennis katern van de Volkskrant staat levensgroot een nieuwsfoto afgedrukt bij een artikel van Martijn van Calmthout over het idee van Barack Obama voor een kernwapen vrije wereld en over de eerdere kernwapenwedloop tussen ondermeer de Verenigde Staten van Amerika en de toenmalige USSR.
Het artikel bevat veel feitelijke informatie en opent prestigieus het Kennis katern van de Volkskrant op zaterdag. Daar moet natuurlijk een foto bij die het serieuze karakter van het artikel en de plannen van Obama ondersteunt. Immers één plaatje zegt meer dan duizend woorden.
Er is gekozen voor een foto van AP, ik neem aan Associated Press. Eigenlijk, in eerste instantie een beeld zoals je dat verwacht. Een van de besproken partijen bij een object dat met het onderwerp te maken heeft. Althans het foto bijschrift bevestigt dit: “Hoge Russische militairen bekijken een lanceersilo van de intercontinentale Topol-M raket op een niet nader aangegeven plaats in Rusland. (AP )”.
Eigenlijk is het bijschrift al niet echt geruststellend wat betreft de betrouwbaarheid. De plaats waar het feitelijk is, is niet bekend. Blijkbaar is dit geen probleem voor betrouwbare berichtgeving, immers foto’s van militaire objecten zijn wel vaker met een waas van geheimzinnigheid omringd. Het betreft hier een journalistieke nieuwsfoto, die bedoeld is als ondersteunende illustratie bij de inhoud van het artikel. Er is geen feitelijk verband.
Maar als we nu eens goed naar het beeld kijken, een beetje zoals we dat wel kennen van Hans Aarsman, zoals eerder in de kunstbijlage op donderdag in de Volkskrant. Wat zien we dan precies en klopt dit dan met de reële werkelijkheid?
Wat zien we echt? Ogenschijnlijk is het deksel van een in beton uitgevoerd rond gat in de grond open gezet. Het object, de ‘lanceersilo’ is geopend voor inspectie zo lijkt het.
Op de achtergrond zien we een aannemelijk het landschap, een licht besneeuwt sparren bos. Links staan twee berken, één ervan valt grotendeels weg achter het geopende deksel van de silo. Het lijkt of de fotograaf scherpgesteld heeft op het deksel, het is duidelijk te zien dat er één van de tegels - links boven in – waarmee het deksel is bekleed, ontbreekt. Boven het scharnierpunt ontbreken zo mogelijk zes tegels. Hier zit een extra rond afdekplaatje, dus misschien hebben hier nooit geen tegels gezeten. Hoewel de omgeving besneeuwd is, is dit deksel geheel sneeuw vrij. Zelfs de objecten op de voorgrond aan de rand van de silo, links een pylon en rechts een afgerond blok zijn vager dan het deksel zelf. Verder op, op een iets verhoogde ondergrond staat een vierkant gebouwtje en verder op schijnbaar nog één met een berkenboompje er achter. De gebouwtjes zijn voorzien van camouflage beschildering.
Bij de rand van de silo lopen twee mensen, mannen in militaire uniformen met platte petten op, die aandachtig in de silo kijken. Alle aandacht van de meest linkse militair, met rode streep op zijn broekspijp, gaat uit naar wat er dieper in de silo aan de hand is. Zijn collega is iets verder van de rand verwijderd, maar kijkt ook met volle aandacht in de silo. De fotograaf drukt af. Hebbes, de foto van de lanceersilo inspectie is een feit...
Nu kijken we nog een laatste keer naar de afbeelding en dan blijkt dat het hoofd van de meest linkse militair, een hoog geplaatste Russische militair zich voor de rand van het deksel van de silo bevindt. Kan dat ruimtelijk wel, gezien de positie waar hij staat? Kijk naar zijn voeten op de betonnen rand. Zijn rechter voet bevindt zich met de neus voor een afgrond betonnen blok, dat aan de overzijde van de silo staat. Een blok dat mogelijk moet verhinderen, dat op of over het deksel zal worden gereden met een voertuig. Maar zijn hoofd bevindt zich voor de rand van het opgerichte deksel.
Tja, en past dit deksel wel op het gat van de silo? Of zakt dit deksel met de gehele scharnierconstructie in het betreffende gat en sluit het een kleinere buis af? Dat zou misschien het geval kunnen zijn. Misschien ligt het buiten- of bovendeksel van de lanceersilo links buiten het beeld?
Maar dat hoofd van die linker militair, dat kan toch nooit voor de rand van die deksel hebben gezeten? Een foutje zit zo gezegd in een klein hoekje, in dit geval in een klein detail. Het hoofd achter het deksel was natuurlijk geen gezicht. Maar als daar het hoofd had gezeten, had er geen hoofd op deze soldaat gephotoshopt kunnen worden, immers het was afgedekt. Kortom het is nog niet zo eenvoudig om te beoordelen wat er nu precies allemaal in de foto aan de hand is of gewijzigd. Het deksel of de tweede, linker militair in zijn geheel misschien wel?
In reactie, stuurt Jan Halkes mij deze tweede foto, die een nieuw en ander perspectief op de hele situatie geeft en de Volkskrant vrijpleit. Maar het was wel even spannend. Kijk daarom is het dus belangrijk goed te leren kijken, om ook het echtheidsgehalte van nieuwsfoto’s scherp in de gaten te kunnen houden ook nu er Photoshop is.
Het hele deksel zwenkt achterover en valt als het ware achter de lanceersilo. We kijken tegen de onderkant van het deksel. Daarom is het ook sneeuw vrij natuurlijk en naast de schacht van de silo zit een uitsparing waarin het scharniermechaniek valt. Met die tweede foto erbij wordt het natuurlijk gelijk wel een stuk duidelijker, hoe het zit.
Maar toch blijft er iets knagen, vooral als je deze foto dan ook nog ziet: Weg rode streep?
vrijdag 10 april 2009
SMAK, GENT
Ook in die periode werd de Engelse landschaptuin gecreëerd om gezien te worden zoals Claude Lorrain ze zou schilderen. Het opnieuw afbeelden van de gecreëerde ‘natuurlijke grilligheid’ van deze tuinen, creëert een soort van ‘Droste effect’ in de representatie van de natuur.
In de esthetische uitgangspunten van het pittoreske’ wordt de natuur niet rechtstreeks naar de directe waarneming afgebeeld, maar wordt er een bepaald pathos dat als het ware in die natuur aanwezig is benadrukt. Op deze wijze verwijst de zo bedoelde term van het pittoreske naar een bepaalde nu als ‘romantisch’ beschouwde uitbeelding wat daarmee ook direct het kader aangeeft wat voor soort landschap dan wel geschikt werd gevonden als onderwerp voor een schilderij. Gevoed door literair-filosofische uitgangspunten en door de vele informatie die in die tijd beschikbaar kwamen via gravures en tekeningen in de verslagen van ontdekkingsreizen en expedities, werd vooral de zeggingskracht van de natuur benadruk en uitgekaderd en niet zozeer afgebeeld als de realiteit maar als een geënsceneerde realiteit.
Dat dit een actueel thema is ook buiten de kunst, blijkt wel uit het natuurbehoud debat en de wijze waarop bijvoorbeeld in Nederland de ‘natuur’ en het landschap grootschalig vormgegeven wordt en welk tijdsbeeld men eigenlijk probeert vast te prikken in ons huidige landschap. Nog onlangs op het Symposium Urban Space in Tilburg verwees daar aanwezige spreker Christopher Woodward, directeur van het Museum of Garden History in Londen, in dit verband, naar het psychologisch effect van het concept van de ruïne op de menselijke gedachte ontwikkeling en de beleving van ‘natuur’ als zodanig en daarmee een verbinding aangaf, die ontstaan is vanaf het beschouwen van de ruïnes van de gebouwde omgeving van de klassieke als bijvoorbeeld het Colosseum in Rome tot de recente door natuurgeweld en leegstand tot ruïne verworden hoofdpostkantoor in Louisiana of de industriële gebouwen in Detroit en hoe dit uitbeelding vindt in de kunst of in de literatuur.
Kijken we nu wat dit in de huidige tijd oplevert aan kunst en beelden, dan valt direct op dat de voor deze tentoonstelling samengebrachte kunstenaars door de curatoren Steven Jacobs en Frank Maes, deze kunstenaars in hun werk duidelijk aansluiting zoeken bij die artistieke interpretatie van het landschap en het vertalen hiervan naar hedendaagse uitbeeldingsvormen, verrassende resultaten oplevert. Naast dat zij het hedendaagse landschap evenzeer ensceneren, verwijzen ze ook naar de stroom van landschapsbeelden die ons via allerlei hedendaagse media wordt aangeboden zoals in de film, fotografie in reisgidsen of op internet door middel van Google Earth en komen zo tot verbeeldingen die of bijna 1 op 1 aansluiten bij de oorspronkelijke traditie maar ons met die verwijzing in nieuwe media worden aangeboden, of tot uitwerkingen die ons deelgenoot maken van hun onderzoeksmethode en mee nemen in een kijkje achter de schermen van die beeldconventies van het ‘pittoreske’. Vooral dat laatste element sprak mij persoonlijk erg aan zoals in het werk van John Timberlake en Ellen Harvey, beiden uit het Vereningd Konninkrijk.
De deelnemende kunstenaars zijn: Marcel Berlanger (BE), Marc De Blieck (BE), Damien De Lepeleire (BE), Alexis Destoop (BE), Robert Devriendt (BE), Geert Goiris (BE), Ellen Harvey (GB), Sylvia Henrich (DE), Axel Hütte (DE), Jan Kempenaers (BE), Jussi Kivi (FI), Mark Klett (US), Oliver Lutz (US), Rindfleisch/Rapedius (DE), Katrin Sigurdardottir (IS), Joel Sternfeld (US), Monica Studer / Christoph van den Berg (CH), Richard Sympson (IT), John Timberlake (GB), Mungo Thomson (US), Mario Garcia Torres (MX), Wouter Verhoeven (NL), Christian Vetter (CH).
dinsdag 10 maart 2009
BOIJMANS VAN BEUNINGEN, ROTTERDAM
Mooie vraag natuurlijk, maar wat is het antwoord?
Doordat kunstenaars begin vorige eeuw kennisnamen van de nieuwe wetenschappelijke inzichten rond tijd en ruimte; Albert Einstein en Niels Borh, beïnvloedde dat hun uitbeeldingswijze. Kunstenaars gingen letterlijk opzoek naar nieuwe mogelijkheden om het aspect van tijd en plaats op een nieuwe manier uit te beelden. Fotografie en film hebben ongetwijfeld kunstenaars beïnvloed als Duchamp en Boccioni, het Cubisme en Futurisme. Nieuwe inzichten over de samenstelling van het licht en de optische kleurmenging de Impressionisten en Pointillisten. Maar zijn er ook voorbeelden van het omgekeerde? Dat een wetenschapper een kunstwerk zag en plotseling tot een nieuw inzicht geraakte? Mijn vaste overtuiging is van wel, maar ik heb er helaas niet direct een gedocumenteerd voorbeeld van.
Er is geen twijfel over dat wetenschappers van verschillende disciplines elkaar beïnvloeden. Vroeger in de clubs en salons, tegenwoordig in de ‘chat’ en ‘internetforums’. Verbeelding, je verbeelding kunnen gebruiken, je kunnen verplaatsen in een andere gedachtewereld, is een belangrijke kracht van de menselijke soort. Een belangrijke beïnvloeder van de verbeelding van mijn generatie, Stanley Kubrick is afgelopen zaterdag 7 maart, 10 jaar geleden overleden op zeventig jarige leeftijd. Vooral zijn films als Spartacus (1960) en A Space Odyssey 2001 (1968) is tekenend voor de kracht van zijn werk. Zo las ik pas onlangs, dat de compagnon van de scienes-fiction film van A Space Odyssey 2001, Arthur C. Clarke, na de succesvolle vormgeving van de filmset, ook door NASA betrokken is geweest, bij de vormgeving van het Apollo programma. Verbeelding en wetenschap voedt elkaar.
Persoonlijk vind ik het jammer, dat er eigenlijk geen ontdekkingsreizen meer te maken zijn. Dat zo gezegd, onze wereld zo als ze is, ons al bekend is. Daarom is het zo prettig dat er beeldende kunst is. Deze lange inleiding had ik nodig om uit te komen waar ik heen wilde. Op 6 maart opende, ‘The Islanders: an introduction’, de nieuwe tentoonstelling in het Boijmans van Beuningen in Rotterdam, over het werk van Charles Avery. Charles Avery, in 1973 geboren in Schotland, werkt sinds 2004 aan een project “The Islanders. Een uitbeelding en verbeelding van een imaginair eiland. Door middel van teksten, modellen en tekeningen beschrijft Avery de topologie, de kosmologie en de bewoners van dit fictieve eiland. Als een pionier doet Avery verslag van de wereld die hij ontdekt en tegelijkertijd zelf creëert. Dit epische project, een beetje de Britten eigen, vindt zijn inspiratie in het eiland Mull aan de westkunst van Schotland, waar Avery zijn jeugd heeft doorgebracht en wordt door hem verbonden met uiteenlopende bronnen als Ludwig Wittgenstein, Woody Allen, Joseph Beus en de TV-serie The Wire. Al doende schept hij een beeld van zijn wereld in een hoeveelheid kunstwerken, tekeningen en beelden, modellen van het leven op het eiland en kan het project worden gezien als een beschouwing op het hierboven genoemde thema als de verbinding tussen, filosofie, wetenschap en scheppende kunst die uitmondt in de ‘kolonisatie’ en het verwerven van het eigendom over de persoonlijke ideeënwereld. Nog te zien tot 7 juni 2009.
Fotobijschriften: de meeste werken hebben 'untitled' als titel, maar no1 gaat over The Plane of Gods, no 2 The Onomatopoeia market, no3 Model van de Eternity Chamber, no 4 Girl leaving allen gedateerd 2007.