Rembrand's J'Accuse, de nieuwste film van Peter Greenaway gaat over goed kijken naar de Nachtwacht.
ONTDEK EEN MOORDCOMPLOT IN REMBRANDTS NACHTWACHT!
De internationaal bekende filmregisseur Peter Greenaway daagt u in zijn film uit een onderzoek op de Nachtwacht uit te voeren. Achter rijke details van 17de eeuws schilderwerk schuilen verschillende intrigerende verhalen.
http://www.jaccuse.nu/jaccuse
Wie had dat gedacht, De Nachtwacht als een detective....
woensdag 28 januari 2009
vrijdag 16 januari 2009
KUNST en KENNIS: Kennis van kunst?
In Nederland, maar ook daar buiten, wordt er hard gewerkt aan het idee dat 'kunst kijken' niet kan, zonder de als noodzakelijke geachte kennis. Dat de kunstenaar eigenlijk een wetenschapper is, die onderzoek doet en over zijn of haar bevindingen belangwekkende data verzamelt en dit omwerkt tot ‘kunst’.
Veel mensen kijken naar kunst met een wat ik zou willen noemen een ‘helpgevoel’. Deze mensen voelen zich slachtoffer van de zogenoemde 'kunstintelligentsia'. Zij zijn bevangen door de gedachte dat zonder noodzakelijk geachte kennis van de kunst die zij zien, niet echt ‘genoten’ kan worden. Zo zijn we gaan denken, dat het niet anders kan. Eerst moeten we ons informeren en dan pas kunnen we op reis. Kunst kijken als een vorm van 'uitgesteld genieten'.
Er is een hele groep aan belezen en geleerde mensen - 'professionals' - rond de kunstenaars gaan staan, die elk aspect van de kunstenaar zijn handelen proberen te duiden en te plaatsen in; de maatschappelijke context, de politieke ontwikkelingen en de sociale aspecten. In de musea, academies en universiteiten doen curatoren en kunsttheoretici in deze zo zakelijke tijd, werkelijk hun uiterste best om u de kunst ook historisch, maatschappelijk en beschouwend verantwoord te presenteren. Waar gaat het dan mis?
Binnen de hedendaagse kunst is een hele groep neoconceptuele kunstenaars aan het ontstaan, waarvan ik het idee krijg, als of het eerder is dat zij bedrijfskunde hebben gestudeerd. Kunstenaars die zich met zelfdiscipline, tucht en vleit werpen op procesbeschrijvingen alsof zij als sociale wetenschappers allerlei structuren in de menselijke aard en menselijke interactie tot onderwerp van hun werk hebben gemaakt. Er wordt blijkbaar met instemming van de eerder genoemde kunsttheoretici met overgave gewerkt aan een objectloze en materieloze kunstproductie.
Uiteindelijke ‘objecten’ en of 'presentaties', worden ad random uit databases of vanaf internet gegenereerd en hebben een hermetische, gesloten en ondoorgrondelijke structuur. Daarbij worden deze 'installaties' veelal niet door bezoekers als kunst herkend.
Is het dan verwonderlijk dat we als kunstliefhebbers hunkering blijven voelen naar de schilder Rembrandt van Rijn, of zoals nu in het Groningermuseum, naar de schilder J.W. Waterhouse?
Ogenschijnlijk is er naast de invoering van het Angelsaksisch model op onze kunstopleidingen een ontwikkeling gaande, die deze hang naar theoretiseren en intellectualisme bij jonge kunstenaars aanmoedigt en kan verklaren. De kunstenaar en de kunst als ‘überdiscipline’ om de complexiteit van onze maatschappij en samenleving in dodelijke ernst te beschrijven en te verklaren?!
Mag ik hier dan toch graag een waarschuwend geluid laten horen? Ons zelfvertrouwen, onze onbevangen kijklust, zeg maar onze basale nieuwsgierigheid krijgt van het idee dat kunst kijken zonder theoretische verdieping niet kan, een enorme deuk. Laten we met dergelijke gedachten vandaag nog stoppen.
Zoals Henri Matisse al zei: “In de kunst telt niet wat in woorden gezegd kan worden”.
Niet dat ik kunst wil beperken tot een visuele aangelegenheid, maar toch wil ik kunst vooral dat laten zijn, wat tot ons komt via onze zintuigen. Kunst is iets wat de waarneming als eerste entree benut om diepere lagen in ons te raken. In figuratie of abstractie, in conceptuele- of in concrete kunst: Mark Rothko, Martin Kippenberger, Luciano Freud of een kunstenaar als de Nederlander Ronald Ophuis.
Natuurlijk over kunst raken we niet uit gepraat en al helemaal niet snel uitgeschreven. Toch wil ik iedereen vooral aanmoedigen om zelf te gaan kijken. Zelf voor het betreffende kunstwerk te gaan staan en te zien wat dat met je doet. Het effect van een Mark Rothko colourfield painting zien en gewaar worden: Wat is je gevoelsindruk, welke emotie dringt zich aan je op, bij het kijken naar zijn schilderijen?
Staand voor een werk van bijvoorbeeld Ronald Ophuis met een robuust geschilderd, controversieel onderwerp. Door het formaat van het werk, moet je wel even bij jezelf checken, hoe je hier nu tegen over staat, wat je zo visueel voorgeschoteld krijgt.
Kortom: “Are you in or are you out?” De effecten die ik hier noem, vragen geen theoretisering, geen diepgaande informatie verwerking vooraf. Nee, voor diegene die de moeite neemt zelf te kijken en zo de kunst te ervaren, wordt het direct zo helder als glas. Niks uitgesteld genieten; de kunst, de intentie van de kunstenaar, het kustwerk zelf openbaart zich direct aan zijn beschouwer en kan zonder voorwaarden vooraf direct worden beleefd: "Zien is genoeg!"
Of de titel van de tentoonstelling van Ophuis zijn werk "Painful Painting", daar dan recht aan doet laat ik graag aan u over, maar zeker is dat hij er in slaagt u een morele verantwoordelijkheid te laten voelen, die u op een andere wijze misschien iets makkelijke van u af had kunnen schuiven. En daar valt dan natuurlijk nog weer heel lang over na te praten...
Schilderijen van Ronald Ophuis zijn nog tot 22 maart 2009, te zien in het wat krappe jasje van het Museum Jan Cunen in Oss.
Veel mensen kijken naar kunst met een wat ik zou willen noemen een ‘helpgevoel’. Deze mensen voelen zich slachtoffer van de zogenoemde 'kunstintelligentsia'. Zij zijn bevangen door de gedachte dat zonder noodzakelijk geachte kennis van de kunst die zij zien, niet echt ‘genoten’ kan worden. Zo zijn we gaan denken, dat het niet anders kan. Eerst moeten we ons informeren en dan pas kunnen we op reis. Kunst kijken als een vorm van 'uitgesteld genieten'.
Er is een hele groep aan belezen en geleerde mensen - 'professionals' - rond de kunstenaars gaan staan, die elk aspect van de kunstenaar zijn handelen proberen te duiden en te plaatsen in; de maatschappelijke context, de politieke ontwikkelingen en de sociale aspecten. In de musea, academies en universiteiten doen curatoren en kunsttheoretici in deze zo zakelijke tijd, werkelijk hun uiterste best om u de kunst ook historisch, maatschappelijk en beschouwend verantwoord te presenteren. Waar gaat het dan mis?
Binnen de hedendaagse kunst is een hele groep neoconceptuele kunstenaars aan het ontstaan, waarvan ik het idee krijg, als of het eerder is dat zij bedrijfskunde hebben gestudeerd. Kunstenaars die zich met zelfdiscipline, tucht en vleit werpen op procesbeschrijvingen alsof zij als sociale wetenschappers allerlei structuren in de menselijke aard en menselijke interactie tot onderwerp van hun werk hebben gemaakt. Er wordt blijkbaar met instemming van de eerder genoemde kunsttheoretici met overgave gewerkt aan een objectloze en materieloze kunstproductie.
Uiteindelijke ‘objecten’ en of 'presentaties', worden ad random uit databases of vanaf internet gegenereerd en hebben een hermetische, gesloten en ondoorgrondelijke structuur. Daarbij worden deze 'installaties' veelal niet door bezoekers als kunst herkend.
Is het dan verwonderlijk dat we als kunstliefhebbers hunkering blijven voelen naar de schilder Rembrandt van Rijn, of zoals nu in het Groningermuseum, naar de schilder J.W. Waterhouse?
Ogenschijnlijk is er naast de invoering van het Angelsaksisch model op onze kunstopleidingen een ontwikkeling gaande, die deze hang naar theoretiseren en intellectualisme bij jonge kunstenaars aanmoedigt en kan verklaren. De kunstenaar en de kunst als ‘überdiscipline’ om de complexiteit van onze maatschappij en samenleving in dodelijke ernst te beschrijven en te verklaren?!
Mag ik hier dan toch graag een waarschuwend geluid laten horen? Ons zelfvertrouwen, onze onbevangen kijklust, zeg maar onze basale nieuwsgierigheid krijgt van het idee dat kunst kijken zonder theoretische verdieping niet kan, een enorme deuk. Laten we met dergelijke gedachten vandaag nog stoppen.
Zoals Henri Matisse al zei: “In de kunst telt niet wat in woorden gezegd kan worden”.
Niet dat ik kunst wil beperken tot een visuele aangelegenheid, maar toch wil ik kunst vooral dat laten zijn, wat tot ons komt via onze zintuigen. Kunst is iets wat de waarneming als eerste entree benut om diepere lagen in ons te raken. In figuratie of abstractie, in conceptuele- of in concrete kunst: Mark Rothko, Martin Kippenberger, Luciano Freud of een kunstenaar als de Nederlander Ronald Ophuis.
Natuurlijk over kunst raken we niet uit gepraat en al helemaal niet snel uitgeschreven. Toch wil ik iedereen vooral aanmoedigen om zelf te gaan kijken. Zelf voor het betreffende kunstwerk te gaan staan en te zien wat dat met je doet. Het effect van een Mark Rothko colourfield painting zien en gewaar worden: Wat is je gevoelsindruk, welke emotie dringt zich aan je op, bij het kijken naar zijn schilderijen?
Staand voor een werk van bijvoorbeeld Ronald Ophuis met een robuust geschilderd, controversieel onderwerp. Door het formaat van het werk, moet je wel even bij jezelf checken, hoe je hier nu tegen over staat, wat je zo visueel voorgeschoteld krijgt.
Kortom: “Are you in or are you out?” De effecten die ik hier noem, vragen geen theoretisering, geen diepgaande informatie verwerking vooraf. Nee, voor diegene die de moeite neemt zelf te kijken en zo de kunst te ervaren, wordt het direct zo helder als glas. Niks uitgesteld genieten; de kunst, de intentie van de kunstenaar, het kustwerk zelf openbaart zich direct aan zijn beschouwer en kan zonder voorwaarden vooraf direct worden beleefd: "Zien is genoeg!"
Of de titel van de tentoonstelling van Ophuis zijn werk "Painful Painting", daar dan recht aan doet laat ik graag aan u over, maar zeker is dat hij er in slaagt u een morele verantwoordelijkheid te laten voelen, die u op een andere wijze misschien iets makkelijke van u af had kunnen schuiven. En daar valt dan natuurlijk nog weer heel lang over na te praten...
Schilderijen van Ronald Ophuis zijn nog tot 22 maart 2009, te zien in het wat krappe jasje van het Museum Jan Cunen in Oss.
Labels:
Freud,
helpgevoel,
kippenberger,
Museum Jan Cunen,
Ophuis,
Rembrandt,
Rotko,
uitgesteld genieten,
Waterhouse
Abonneren op:
Posts (Atom)