dinsdag 10 maart 2009

BOIJMANS VAN BEUNINGEN, ROTTERDAM

Had ik het eerder al eens gezegd? Kan het zijn, dat door kennis te nemen van de wereld van de verbeelding van een bepaalde kunstenaar, jouw kijk op de wereld voor altijd veranderd? Kan het zijn, doordat een kunstnaar je een blik gunt op een nieuwe verbeelding van de werkelijkheid, dat jouw manier van het zien van wereld voor altijd veranderd?
Mooie vraag natuurlijk, maar wat is het antwoord?

Doordat kunstenaars begin vorige eeuw kennisnamen van de nieuwe wetenschappelijke inzichten rond tijd en ruimte; Albert Einstein en Niels Borh, beïnvloedde dat hun uitbeeldingswijze. Kunstenaars gingen letterlijk opzoek naar nieuwe mogelijkheden om het aspect van tijd en plaats op een nieuwe manier uit te beelden. Fotografie en film hebben ongetwijfeld kunstenaars beïnvloed als Duchamp en Boccioni, het Cubisme en Futurisme. Nieuwe inzichten over de samenstelling van het licht en de optische kleurmenging de Impressionisten en Pointillisten. Maar zijn er ook voorbeelden van het omgekeerde? Dat een wetenschapper een kunstwerk zag en plotseling tot een nieuw inzicht geraakte? Mijn vaste overtuiging is van wel, maar ik heb er helaas niet direct een gedocumenteerd voorbeeld van.
Er is geen twijfel over dat wetenschappers van verschillende disciplines elkaar beïnvloeden. Vroeger in de clubs en salons, tegenwoordig in de ‘chat’ en ‘internetforums’. Verbeelding, je verbeelding kunnen gebruiken, je kunnen verplaatsen in een andere gedachtewereld, is een belangrijke kracht van de menselijke soort. Een belangrijke beïnvloeder van de verbeelding van mijn generatie, Stanley Kubrick is afgelopen zaterdag 7 maart, 10 jaar geleden overleden op zeventig jarige leeftijd. Vooral zijn films als Spartacus (1960) en A Space Odyssey 2001 (1968) is tekenend voor de kracht van zijn werk. Zo las ik pas onlangs, dat de compagnon van de scienes-fiction film van A Space Odyssey 2001, Arthur C. Clarke, na de succesvolle vormgeving van de filmset, ook door NASA betrokken is geweest, bij de vormgeving van het Apollo programma. Verbeelding en wetenschap voedt elkaar.
Persoonlijk vind ik het jammer, dat er eigenlijk geen ontdekkingsreizen meer te maken zijn. Dat zo gezegd, onze wereld zo als ze is, ons al bekend is. Daarom is het zo prettig dat er beeldende kunst is. Deze lange inleiding had ik nodig om uit te komen waar ik heen wilde. Op 6 maart opende, ‘The Islanders: an introduction’, de nieuwe tentoonstelling in het Boijmans van Beuningen in Rotterdam, over het werk van Charles Avery. Charles Avery, in 1973 geboren in Schotland, werkt sinds 2004 aan een project “The Islanders. Een uitbeelding en verbeelding van een imaginair eiland. Door middel van teksten, modellen en tekeningen beschrijft Avery de topologie, de kosmologie en de bewoners van dit fictieve eiland. Als een pionier doet Avery verslag van de wereld die hij ontdekt en tegelijkertijd zelf creëert. Dit epische project, een beetje de Britten eigen, vindt zijn inspiratie in het eiland Mull aan de westkunst van Schotland, waar Avery zijn jeugd heeft doorgebracht en wordt door hem verbonden met uiteenlopende bronnen als Ludwig Wittgenstein, Woody Allen, Joseph Beus en de TV-serie The Wire. Al doende schept hij een beeld van zijn wereld in een hoeveelheid kunstwerken, tekeningen en beelden, modellen van het leven op het eiland en kan het project worden gezien als een beschouwing op het hierboven genoemde thema als de verbinding tussen, filosofie, wetenschap en scheppende kunst die uitmondt in de ‘kolonisatie’ en het verwerven van het eigendom over de persoonlijke ideeënwereld. Nog te zien tot 7 juni 2009.

Fotobijschriften: de meeste werken hebben 'untitled' als titel, maar no1 gaat over The Plane of Gods, no 2 The Onomatopoeia market, no3 Model van de Eternity Chamber, no 4 Girl leaving allen gedateerd 2007.