zondag 12 april 2009

20.000 bommen en granaten, fake foto in Volkskrant?

Waarom goed en kritisch leren kijken tegenwoordig nog belangrijker is dan vroeger?


Op zaterdag 11 april 2009, is het weer een keer bingo. Op de eerste pagina van het Kennis katern van de Volkskrant staat levensgroot een nieuwsfoto afgedrukt bij een artikel van Martijn van Calmthout over het idee van Barack Obama voor een kernwapen vrije wereld en over de eerdere kernwapenwedloop tussen ondermeer de Verenigde Staten van Amerika en de toenmalige USSR.

Het artikel bevat veel feitelijke informatie en opent prestigieus het Kennis katern van de Volkskrant op zaterdag. Daar moet natuurlijk een foto bij die het serieuze karakter van het artikel en de plannen van Obama ondersteunt. Immers één plaatje zegt meer dan duizend woorden.

Er is gekozen voor een foto van AP, ik neem aan Associated Press. Eigenlijk, in eerste instantie een beeld zoals je dat verwacht. Een van de besproken partijen bij een object dat met het onderwerp te maken heeft. Althans het foto bijschrift bevestigt dit: “Hoge Russische militairen bekijken een lanceersilo van de intercontinentale Topol-M raket op een niet nader aangegeven plaats in Rusland. (AP )”.

Eigenlijk is het bijschrift al niet echt geruststellend wat betreft de betrouwbaarheid. De plaats waar het feitelijk is, is niet bekend. Blijkbaar is dit geen probleem voor betrouwbare berichtgeving, immers foto’s van militaire objecten zijn wel vaker met een waas van geheimzinnigheid omringd. Het betreft hier een journalistieke nieuwsfoto, die bedoeld is als ondersteunende illustratie bij de inhoud van het artikel. Er is geen feitelijk verband.

Maar als we nu eens goed naar het beeld kijken, een beetje zoals we dat wel kennen van Hans Aarsman, zoals eerder in de kunstbijlage op donderdag in de Volkskrant. Wat zien we dan precies en klopt dit dan met de reële werkelijkheid?

Wat zien we echt? Ogenschijnlijk is het deksel van een in beton uitgevoerd rond gat in de grond open gezet. Het object, de ‘lanceersilo’ is geopend voor inspectie zo lijkt het.
Op de achtergrond zien we een aannemelijk het landschap, een licht besneeuwt sparren bos. Links staan twee berken, één ervan valt grotendeels weg achter het geopende deksel van de silo. Het lijkt of de fotograaf scherpgesteld heeft op het deksel, het is duidelijk te zien dat er één van de tegels - links boven in – waarmee het deksel is bekleed, ontbreekt. Boven het scharnierpunt ontbreken zo mogelijk zes tegels. Hier zit een extra rond afdekplaatje, dus misschien hebben hier nooit geen tegels gezeten. Hoewel de omgeving besneeuwd is, is dit deksel geheel sneeuw vrij. Zelfs de objecten op de voorgrond aan de rand van de silo, links een pylon en rechts een afgerond blok zijn vager dan het deksel zelf. Verder op, op een iets verhoogde ondergrond staat een vierkant gebouwtje en verder op schijnbaar nog één met een berkenboompje er achter. De gebouwtjes zijn voorzien van camouflage beschildering.

Bij de rand van de silo lopen twee mensen, mannen in militaire uniformen met platte petten op, die aandachtig in de silo kijken. Alle aandacht van de meest linkse militair, met rode streep op zijn broekspijp, gaat uit naar wat er dieper in de silo aan de hand is. Zijn collega is iets verder van de rand verwijderd, maar kijkt ook met volle aandacht in de silo. De fotograaf drukt af. Hebbes, de foto van de lanceersilo inspectie is een feit...

Nu kijken we nog een laatste keer naar de afbeelding en dan blijkt dat het hoofd van de meest linkse militair, een hoog geplaatste Russische militair zich voor de rand van het deksel van de silo bevindt. Kan dat ruimtelijk wel, gezien de positie waar hij staat? Kijk naar zijn voeten op de betonnen rand. Zijn rechter voet bevindt zich met de neus voor een afgrond betonnen blok, dat aan de overzijde van de silo staat. Een blok dat mogelijk moet verhinderen, dat op of over het deksel zal worden gereden met een voertuig. Maar zijn hoofd bevindt zich voor de rand van het opgerichte deksel.
Tja, en past dit deksel wel op het gat van de silo? Of zakt dit deksel met de gehele scharnierconstructie in het betreffende gat en sluit het een kleinere buis af? Dat zou misschien het geval kunnen zijn. Misschien ligt het buiten- of bovendeksel van de lanceersilo links buiten het beeld?

Maar dat hoofd van die linker militair, dat kan toch nooit voor de rand van die deksel hebben gezeten? Een foutje zit zo gezegd in een klein hoekje, in dit geval in een klein detail. Het hoofd achter het deksel was natuurlijk geen gezicht. Maar als daar het hoofd had gezeten, had er geen hoofd op deze soldaat gephotoshopt kunnen worden, immers het was afgedekt. Kortom het is nog niet zo eenvoudig om te beoordelen wat er nu precies allemaal in de foto aan de hand is of gewijzigd. Het deksel of de tweede, linker militair in zijn geheel misschien wel?

In reactie, stuurt Jan Halkes mij deze tweede foto, die een nieuw en ander perspectief op de hele situatie geeft en de Volkskrant vrijpleit. Maar het was wel even spannend. Kijk daarom is het dus belangrijk goed te leren kijken, om ook het echtheidsgehalte van nieuwsfoto’s scherp in de gaten te kunnen houden ook nu er Photoshop is.

Het hele deksel zwenkt achterover en valt als het ware achter de lanceersilo. We kijken tegen de onderkant van het deksel. Daarom is het ook sneeuw vrij natuurlijk en naast de schacht van de silo zit een uitsparing waarin het scharniermechaniek valt. Met die tweede foto erbij wordt het natuurlijk gelijk wel een stuk duidelijker, hoe het zit.

Maar toch blijft er iets knagen, vooral als je deze foto dan ook nog ziet: Weg rode streep?

http://www.russian-victories.ru/topol.htm

vrijdag 10 april 2009

SMAK, GENT

Op vrijdag 3 april jl. openden in het SMAK in Gent, een tweetal exposities Dara Birnbaum en Beyond the Picturesque. Beide tentoonstellingen lopen door tot in augustus voorbij de zomer. Beide tentoonstellingen bieden een overzicht, maar wel van een heel andere tak van sport zo gezegd.

Eerst bespreek ik hier de tentoonstelling over hedendaagse landschapskunst. Beyond the Picturesque biedt ons een overzicht van de actuele stand van zaken hoe huidige kunstenaars de uitgangspunten van het idee van het schilderachtige, het pittoreske, nog altijd of opnieuw van toepassing laten zijn voor hun kunstzinnige uitwerking van het oorspronkelijk schilderkunstig genre van de ‘landschapkunst’. Voor een goed begrip keren we even terug naar de oorsprong en de ontwikkeling van het genre van de landschapschilderkunst. De schildering van het ‘landschap’ als thema op zich zelf, zien we zich al ontwikkelen in de 16e eeuw, bij de bekende Hollanders maar ook bij Claude Lorrian of Nicolas Poussin. Aansluiting makend met zoals de term ‘the picturesque’ hier bedoeld is, vinden we ons terug in de 18de eeuw met als het bekende bijvoorbeeld Caspar David Friedrich.
Ook in die periode werd de Engelse landschaptuin gecreëerd om gezien te worden zoals Claude Lorrain ze zou schilderen. Het opnieuw afbeelden van de gecreëerde ‘natuurlijke grilligheid’ van deze tuinen, creëert een soort van ‘Droste effect’ in de representatie van de natuur.
De term picturesque verwijst dan ook zowel naar een bepaald soort landschap, dat geschikt werd gevonden als onderwerp voor een schilderij, als naar een stuk realiteit, dat bekeken kon worden alsof het een schilderij is. Terwijl enerzijds nieuwe landschapstuinen werden voorzien van zorgvuldig gecodeerde betekenissen en werden geconstrueerd als een reeks gecomponeerde scènes, kon anderzijds de zo beïnvloedde kijker pittoreske scènes in de natuur zelf ontdekken en herkennen. Of nog anders werd door de beheerders van natuurparken de toeleiding van de bezoeker naar bepaalde uitzichtpunten, zo voorzien dat de blik op het landschap in overeenstemming wordt gebracht met deze conventies en aangeven wordt met een bordje met als opschrift: ‘Foto moment’ dat het wenselijke uitzicht inkadert volgens deze uitgangspunten.
In de esthetische uitgangspunten van het pittoreske’ wordt de natuur niet rechtstreeks naar de directe waarneming afgebeeld, maar wordt er een bepaald pathos dat als het ware in die natuur aanwezig is benadrukt. Op deze wijze verwijst de zo bedoelde term van het pittoreske naar een bepaalde nu als ‘romantisch’ beschouwde uitbeelding wat daarmee ook direct het kader aangeeft wat voor soort landschap dan wel geschikt werd gevonden als onderwerp voor een schilderij. Gevoed door literair-filosofische uitgangspunten en door de vele informatie die in die tijd beschikbaar kwamen via gravures en tekeningen in de verslagen van ontdekkingsreizen en expedities, werd vooral de zeggingskracht van de natuur benadruk en uitgekaderd en niet zozeer afgebeeld als de realiteit maar als een geënsceneerde realiteit.
Dat dit een actueel thema is ook buiten de kunst, blijkt wel uit het natuurbehoud debat en de wijze waarop bijvoorbeeld in Nederland de ‘natuur’ en het landschap grootschalig vormgegeven wordt en welk tijdsbeeld men eigenlijk probeert vast te prikken in ons huidige landschap. Nog onlangs op het Symposium Urban Space in Tilburg verwees daar aanwezige spreker Christopher Woodward, directeur van het Museum of Garden History in Londen, in dit verband, naar het psychologisch effect van het concept van de ruïne op de menselijke gedachte ontwikkeling en de beleving van ‘natuur’ als zodanig en daarmee een verbinding aangaf, die ontstaan is vanaf het beschouwen van de ruïnes van de gebouwde omgeving van de klassieke als bijvoorbeeld het Colosseum in Rome tot de recente door natuurgeweld en leegstand tot ruïne verworden hoofdpostkantoor in Louisiana of de industriële gebouwen in Detroit en hoe dit uitbeelding vindt in de kunst of in de literatuur.
Kijken we nu wat dit in de huidige tijd oplevert aan kunst en beelden, dan valt direct op dat de voor deze tentoonstelling samengebrachte kunstenaars door de curatoren Steven Jacobs en Frank Maes, deze kunstenaars in hun werk duidelijk aansluiting zoeken bij die artistieke interpretatie van het landschap en het vertalen hiervan naar hedendaagse uitbeeldingsvormen, verrassende resultaten oplevert. Naast dat zij het hedendaagse landschap evenzeer ensceneren, verwijzen ze ook naar de stroom van landschapsbeelden die ons via allerlei hedendaagse media wordt aangeboden zoals in de film, fotografie in reisgidsen of op internet door middel van Google Earth en komen zo tot verbeeldingen die of bijna 1 op 1 aansluiten bij de oorspronkelijke traditie maar ons met die verwijzing in nieuwe media worden aangeboden, of tot uitwerkingen die ons deelgenoot maken van hun onderzoeksmethode en mee nemen in een kijkje achter de schermen van die beeldconventies van het ‘pittoreske’. Vooral dat laatste element sprak mij persoonlijk erg aan zoals in het werk van John Timberlake en Ellen Harvey, beiden uit het Vereningd Konninkrijk.
fotobijschriften: foto's 1,2,3; John Timberlake, foto's 4,5; Ellen Harvey, foto 6; Katrin Sigurdarttir.

De deelnemende kunstenaars zijn: Marcel Berlanger (BE), Marc De Blieck (BE), Damien De Lepeleire (BE), Alexis Destoop (BE), Robert Devriendt (BE), Geert Goiris (BE), Ellen Harvey (GB), Sylvia Henrich (DE), Axel Hütte (DE), Jan Kempenaers (BE), Jussi Kivi (FI), Mark Klett (US), Oliver Lutz (US), Rindfleisch/Rapedius (DE), Katrin Sigurdardottir (IS), Joel Sternfeld (US), Monica Studer / Christoph van den Berg (CH), Richard Sympson (IT), John Timberlake (GB), Mungo Thomson (US), Mario Garcia Torres (MX), Wouter Verhoeven (NL), Christian Vetter (CH).
Van 4 april tot 23 augustus in het S.M.A.K., Citadelpark, 9000 Gent. Open di-zo van 10u tot 18u.