vrijdag 10 april 2009

SMAK, GENT

Op vrijdag 3 april jl. openden in het SMAK in Gent, een tweetal exposities Dara Birnbaum en Beyond the Picturesque. Beide tentoonstellingen lopen door tot in augustus voorbij de zomer. Beide tentoonstellingen bieden een overzicht, maar wel van een heel andere tak van sport zo gezegd.

Eerst bespreek ik hier de tentoonstelling over hedendaagse landschapskunst. Beyond the Picturesque biedt ons een overzicht van de actuele stand van zaken hoe huidige kunstenaars de uitgangspunten van het idee van het schilderachtige, het pittoreske, nog altijd of opnieuw van toepassing laten zijn voor hun kunstzinnige uitwerking van het oorspronkelijk schilderkunstig genre van de ‘landschapkunst’. Voor een goed begrip keren we even terug naar de oorsprong en de ontwikkeling van het genre van de landschapschilderkunst. De schildering van het ‘landschap’ als thema op zich zelf, zien we zich al ontwikkelen in de 16e eeuw, bij de bekende Hollanders maar ook bij Claude Lorrian of Nicolas Poussin. Aansluiting makend met zoals de term ‘the picturesque’ hier bedoeld is, vinden we ons terug in de 18de eeuw met als het bekende bijvoorbeeld Caspar David Friedrich.
Ook in die periode werd de Engelse landschaptuin gecreëerd om gezien te worden zoals Claude Lorrain ze zou schilderen. Het opnieuw afbeelden van de gecreëerde ‘natuurlijke grilligheid’ van deze tuinen, creëert een soort van ‘Droste effect’ in de representatie van de natuur.
De term picturesque verwijst dan ook zowel naar een bepaald soort landschap, dat geschikt werd gevonden als onderwerp voor een schilderij, als naar een stuk realiteit, dat bekeken kon worden alsof het een schilderij is. Terwijl enerzijds nieuwe landschapstuinen werden voorzien van zorgvuldig gecodeerde betekenissen en werden geconstrueerd als een reeks gecomponeerde scènes, kon anderzijds de zo beïnvloedde kijker pittoreske scènes in de natuur zelf ontdekken en herkennen. Of nog anders werd door de beheerders van natuurparken de toeleiding van de bezoeker naar bepaalde uitzichtpunten, zo voorzien dat de blik op het landschap in overeenstemming wordt gebracht met deze conventies en aangeven wordt met een bordje met als opschrift: ‘Foto moment’ dat het wenselijke uitzicht inkadert volgens deze uitgangspunten.
In de esthetische uitgangspunten van het pittoreske’ wordt de natuur niet rechtstreeks naar de directe waarneming afgebeeld, maar wordt er een bepaald pathos dat als het ware in die natuur aanwezig is benadrukt. Op deze wijze verwijst de zo bedoelde term van het pittoreske naar een bepaalde nu als ‘romantisch’ beschouwde uitbeelding wat daarmee ook direct het kader aangeeft wat voor soort landschap dan wel geschikt werd gevonden als onderwerp voor een schilderij. Gevoed door literair-filosofische uitgangspunten en door de vele informatie die in die tijd beschikbaar kwamen via gravures en tekeningen in de verslagen van ontdekkingsreizen en expedities, werd vooral de zeggingskracht van de natuur benadruk en uitgekaderd en niet zozeer afgebeeld als de realiteit maar als een geënsceneerde realiteit.
Dat dit een actueel thema is ook buiten de kunst, blijkt wel uit het natuurbehoud debat en de wijze waarop bijvoorbeeld in Nederland de ‘natuur’ en het landschap grootschalig vormgegeven wordt en welk tijdsbeeld men eigenlijk probeert vast te prikken in ons huidige landschap. Nog onlangs op het Symposium Urban Space in Tilburg verwees daar aanwezige spreker Christopher Woodward, directeur van het Museum of Garden History in Londen, in dit verband, naar het psychologisch effect van het concept van de ruïne op de menselijke gedachte ontwikkeling en de beleving van ‘natuur’ als zodanig en daarmee een verbinding aangaf, die ontstaan is vanaf het beschouwen van de ruïnes van de gebouwde omgeving van de klassieke als bijvoorbeeld het Colosseum in Rome tot de recente door natuurgeweld en leegstand tot ruïne verworden hoofdpostkantoor in Louisiana of de industriële gebouwen in Detroit en hoe dit uitbeelding vindt in de kunst of in de literatuur.
Kijken we nu wat dit in de huidige tijd oplevert aan kunst en beelden, dan valt direct op dat de voor deze tentoonstelling samengebrachte kunstenaars door de curatoren Steven Jacobs en Frank Maes, deze kunstenaars in hun werk duidelijk aansluiting zoeken bij die artistieke interpretatie van het landschap en het vertalen hiervan naar hedendaagse uitbeeldingsvormen, verrassende resultaten oplevert. Naast dat zij het hedendaagse landschap evenzeer ensceneren, verwijzen ze ook naar de stroom van landschapsbeelden die ons via allerlei hedendaagse media wordt aangeboden zoals in de film, fotografie in reisgidsen of op internet door middel van Google Earth en komen zo tot verbeeldingen die of bijna 1 op 1 aansluiten bij de oorspronkelijke traditie maar ons met die verwijzing in nieuwe media worden aangeboden, of tot uitwerkingen die ons deelgenoot maken van hun onderzoeksmethode en mee nemen in een kijkje achter de schermen van die beeldconventies van het ‘pittoreske’. Vooral dat laatste element sprak mij persoonlijk erg aan zoals in het werk van John Timberlake en Ellen Harvey, beiden uit het Vereningd Konninkrijk.
fotobijschriften: foto's 1,2,3; John Timberlake, foto's 4,5; Ellen Harvey, foto 6; Katrin Sigurdarttir.

De deelnemende kunstenaars zijn: Marcel Berlanger (BE), Marc De Blieck (BE), Damien De Lepeleire (BE), Alexis Destoop (BE), Robert Devriendt (BE), Geert Goiris (BE), Ellen Harvey (GB), Sylvia Henrich (DE), Axel Hütte (DE), Jan Kempenaers (BE), Jussi Kivi (FI), Mark Klett (US), Oliver Lutz (US), Rindfleisch/Rapedius (DE), Katrin Sigurdardottir (IS), Joel Sternfeld (US), Monica Studer / Christoph van den Berg (CH), Richard Sympson (IT), John Timberlake (GB), Mungo Thomson (US), Mario Garcia Torres (MX), Wouter Verhoeven (NL), Christian Vetter (CH).
Van 4 april tot 23 augustus in het S.M.A.K., Citadelpark, 9000 Gent. Open di-zo van 10u tot 18u.

Geen opmerkingen: